Onduidelijke regels en waardeconflicten hinderen een circulaire economie
Deze studie (EC publicatie hier) was gericht op het identificeren en analyseren van belangrijke beleidsbarrieres voor de realisatie van economische kansen in een Europese circulaire economie.
De analyse omvatte de volledige levenscyclus van het product en was gericht op de interfaces tussen verschillende stappen van de waardeketen (winning / productie, productie / productie interne lussen, productie / gebruik, inzameling, afvalbeheer / recycling / productie). Uit de analyse bleek dat de barrières zich concentreren binnen deze 3 thema’s:
- Inzameling van afvalstromen: in verschillende case-studies werden regelgevingsbelemmeringen vastgesteld die vaak verband hielden met ontbrekende wetgeving die de inzameling en voorbehandeling van homogene afvalstromen mogelijk zou maken. Zonder specifieke wetgeving eindigen veel afvalstromen als gemengd afval waarbij de hoge recyclagekosten hoger zijn dan de inkomsten uit gerecycleerde materialen (bijvoorbeeld op het gebied van plastic verpakkingen).
- Gebruik van secundaire hulpbronnen: het tweede type barrière verwijst naar wetgeving die het gebruik van gerecycleerde materialen in productieprocessen belemmert. De achterliggende gedachte achter dergelijke wetgeving wordt vaak gemotiveerd door aspecten van gezondheid en consumentenbescherming en ondermijnt vaak kansen en voordelen van circulaire benaderingen. Bovendien is in veel gevallen een gebrek aan geharmoniseerde EU-wetgeving die specifieke kwaliteitsvereisten voorschrijft, een belangrijk obstakel voor hoogwaardige recycling.
- Ontwerp voor hergebruik, reparatie of recycling: het derde type barrière houdt verband met het ontbreken van concrete en afdwingbare productvereisten. Het belangrijkste gebruikte voorbeeld was de problematische handhaving van de vereisten van de AEEA-richtlijn voor de recycleerbaarheid van elektronische producten, met name met betrekking tot de demontage van batterijen
De analyse wees ook op verschillende generieke soorten barrières: in veel gevallen is de afvalwetgeving gericht op hoeveelheden (op gewicht gebaseerde inzameling of recyclingdoelstellingen) en niet zozeer op de kwaliteiten van gerecycleerde materialen. Inconsistenties tussen bestaande voorschriften, b.v. met betrekking tot REACH of einde-afvalcriteria, zijn ook genoemd in verschillende casestudy’s.
Concluderend suggereert de studie dat recycling van hoge kwaliteit in het algemeen zeker niet wordt voorkomen door wettelijke obstakels, maar door ontbrekende of onduidelijke wetgeving. Voorbeelden zijn einde-afvalcriteria of kwaliteitsnormen voor secundaire grondstoffen die juridische onzekerheden creëren voor de industrie die het rationeel maakt om te blijven focussen op primaire grondstoffeninput